Een leven zonder weersverwachting: dat is voor de moderne mens ondenkbaar! Wij stellen ons immers voortdurend op de hoogte van de vooruitzichten en houden daar rekening mee: kan de barbecue doorgaan, kunnen we dit weekend zeilen, zal de orkaan ook over land trekken, hoe snel zet de klimaatverandering door? Honderdvijftig jaar geleden, ten tijde van de Krimoorlog, waren de weersvoorspellingen lang niet zo accuraat als nu. De schade en het verlies waren dan ook enorm groot toen een deel van de Frans-Britse vloot in de storm van 14 november 1854 ten onder ging. Londen was in shock: de roep om een wetenschap die stormen tijdig kon voorzien weerklonk luid. Overal ter wereld stortte men zich op de kunst van het voorspellen en doorgronden van het weer. Charlatans en wetenschappers: ze probeerden elkaar allemaal de loef af te steken.
In dit boek vol wetenschap, gekissebis en sappige details beschrijft Pauline Halford het spannende verhaal van admiraal Robert FitzRoy en al die anderen die zich in de loop der eeuwen op de meteorologie hebben gestort. In een uitgebreid voorwoord belichten Hennie ten Dam en Henk Bezemer de rol van Nederlandse weerkundigen, zoals Buys Ballot, de grondlegger van het KNMI. Duidelijk wordt welke lange en moeizame weg is afgelegd voordat de weersverwachting een dagelijks terugkerende dienstverlening werd. Het kijken naar de weerman op televisie zal na het lezen van Stormsein dan ook niet nooit meer hetzelfde zijn.
